Speltechniek; voorbereiding op het toneelspel

Toneelspelen kan op vele manieren. In je eentje kun je een monoloog afsteken, of met twee een dialoog. Bij mimen gebruik je geen stem, maar vertrouwt helemaal op de kracht van je lichaamstaal. Bij improvisatie laat je het publiek aangeven wat het wil zien. Je kunt na-apen, spiegelen of uitbeelden. Wat je verbeeldt kan evengoed een mens als een dier of ding zijn. Je gezicht en lichaam zijn je speelveld. Ook leer je met een verhaal je publiek te boeien en aan het lachen te maken.

Mimen

Goede acteurs overtuigen het publiek ervan dat ze echt de persoon zijn die ze uitbeelden. Door veel te oefenen leer je goed mimen (iets uitbeelden zonder woorden te gebruiken). eur.
Een willekeurige handeling (1 speler per keer)

  • Doe alsof je een boterham met kaas maakt en eet hem op.
  • Doe alsof je je fietsband oppompt of plakt.
  • Doe alsof je een boomhut bouwt.

Picknicken (2 of meer spelers)
Maak 20 stukjes papier en schrijf op elk de naam van iets eetbaars. Vouw de briefjes dicht en doe in een doos. Haal om beurten een briefje eruit en mime wat erop staat.

De spelers kunnen zelf hun fantasie gebruiken of je helpt hen met een briefje met een opdracht. De groep kan ook eerst een aantal opdrachten op briefjes schrijven. Die gaan in een doos/hoed en de speler die aan de beurt is trekt een opdracht.

Spiegelen

Ga in paren tegenover elkaar staan en kijk goed wat de ander doet terwijl je het zo snel mogelijk nadoet. Eerst doet de één een poosje de ander na, daarna wisselen jullie. Als toneelspeler moet je altijd goed opletten wat de andere doet om op elkaar te kunnen reageren!

Maffe machine

Gebruik je lichaam en stem: Ga achter elkaar in een rij staan. Bedenk een bepaalde beweging en een bijpassend geluid (denk bijvoorbeeld aan een dier of een machine en gebruik verder je fantasie). Op het teken van de regisseur begint de voorste, dan valt de 2e in, en de 3e, etc. tot tenslotte iedereen beweegt en geluid maakt. Op het teken van de regisseur gaat iedereen sneller bewegen tot de machine doldraait en ontploft.

Gebruik je lichaam optimaal

Zoek muziek uit waarop je lekker kunt bewegen, of vraag de kinderen muziek mee te nemen. Zet de muziek aan en stel de kinderen voor zich te laten inspireren door:

  • Een woeste, hongerige dinosaurus
  • Een olifant met jeuk op zijn rug
  • Een kiezelsteen die door wind en regen/water hen en weer gerold wordt en van hoekig en scherp rond en gladder wordt
  • Het weer: regen, storm, zon, hagel, wind, een tyfoon: hoe beweeg je je?
  • Een sissende cobra die zich bedreigd voelt.

Je gezicht spreekt boekdelen

Gezichtsuitdrukkingen: Iemand roept iets en jij reageert alleen door een gezicht te trekken: triest, verontwaardigd, blij, opgewonden, nerveus, etc. b.v.:

  • Je kat heeft je grootste goudvis opgegeten
  • Je kat is door de tram aangereden
  • Je hebt de loterij gewonnen
  • Je buurvrouw heeft de loterij gewonnen
  • De tent waarin je slaapt waait weg

Oud/jong

Leef je in in personages van verschillende leeftijden. Let op de gebaren, je houding, je gezichtsuitdrukking, je motoriek, of je snel of moeizaam loopt en maak evt. bijpassende geluiden.

Kletskiezel

Degene die de kletskiezel heeft begint met het vertellen van een verhaaltje: spannend, romantisch, droevig of blij. Na een paar zinnen geeft hij/zij de kiezen aan iemand anders in de kring die met het verhaal verder gaat. Luister goed wat er gezegd wordt – en bedenk alvast hoe het verder gaat -, want misschien ben jij de volgende die aan de beurt is!

Vrolijk/bedroefd

Oefen het uitdrukken van emoties door een gewoon, neutraal zinnetje op verschillende manieren uit te spreken, vrolijk, bedroefd, boos of zenuwachtig, b.v.:

  • Hoe heet jij? (eigenlijk interesseert het je niet, je bent erg nieuwsgierig, die ander heeft je uitgevraagd nu ben jij aan de beurt, je bent verliefd).
  • Met wie spreek ik? (je wilt iets van die persoon, je verstaat hem niet, je hoofd staat bij droevige zaken, je verwacht een telefoontje van school om te zeggen dat je geslaagd bent).
  • Hoeveel kost dat? (je verwacht dat het duur is, je bent van plan af te dingen, je wilt het kost wat kost hebben, je verwacht dat het bijna niks kost).
  • Hoe lang duurt dat? (voordat de poes sterft, voordat je broodje klaar is, voordat je aan de beurt bent, nadat je al 5 uur hebt gewacht).

Slaan

Acteren is altijd doen alsof, je moet dus nooit echt iemand slaan! Om het toch echt te laten lijken zijn er trucjes:

  1. de aanvaller staat op iets meer dan een armlengte afstand van de tegenstander;
  2. de klap gaat rakelings langs zijn gezicht, terwijl je tegelijkertijd met je andere arm op je eigen schouder of borst slaat: doordat je geluid maakt lijkt het net of je echt de ander geslagen hebt;
  3. de tegenstander doet of hij echt geraakt is en het publiek trapt erin!

De kunst van het vallen

Oefen dit eerst op een dikke mat of grasveld.

  1. als je naar rechts moet vallen, zet je je rechtervoet 20 cm achter je linkervoet en hel je een beetje over naar rechts;
  2. terwijl je valt beweeg je je enkel, knie en dij van je rechterbeen naar de grond om af te rollen en de val te breken;
  3. vang je bovenlichaam op met je rechterarm en bescherm daarbij je hoofd met je schouders en bovenarm. Als je speelt dat je dood bent blijf je doodstil liggen!
  4. als de andere acteurs je moeten wegslepen, houd je lichaam dan zo slap mogelijk en zorg dat ze je aan armen en benen kunnen vastpakken!

Komiek

Heb jij een favoriete komiek? Wat maakt jou zo aan het lachen? Zijn uiterlijk?  Wat hij zegt? Probeer zelfs eens anderen aan het lachen te maken.

  • waggel met je lichaam terwijl je loopt
  • loop alsof er springveren onder je schoenen zitten
  • beweeg heel stram met armen en benen
  • huppel, spring, struikel, hups, etc. bedenk maar iets geks!

Je maakt mensen ook aan het lachen door kleren aan te trekken die niet bij elkaar passen, zet een gek hoedje op, draag een opvallende sjaal of rare schoenen, doe iets geks met je haar (met elastiekjes of gel).

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *